Het onderling vergelijken is vooralsnog niet ons eerste doel bij openbaarheid. Het eerste doel is te voorkomen dat geheimhouding van de cijfers een dekmantel wordt om inactiviteit achter te verbergen. Openbaarheid is een voorwaarde om het gesprek over het agressieprobleem aan te gaan, ongeacht enige vergelijking met andere instellingen.
Publicatie in het jaarverslag geeft aan de buitenwereld het signaal dat niet alleen het personeel (on)veilig is maar ook de patiënten, dit hangt immers direct samen.
Het vergelijken van instellingen onderling kan in een later stadium zodra de sector besluit om overal hetzelfde systeem te hanteren en het personeel op dezelfde wijze te instrueren en te stimuleren tot gebruik. (zie ook Van 'Veilig Incidenten Melden' naar 'Incidenten Melden & Maatregelen Nemen') Instellingen met lage cijfers mogen daar terecht trots op zijn en geven daarmee aan de slecht presterende een prikkel tot verbetering.
Instellingen die beweren dat zij hogere agressiecijfers hebben dan andere omdat zij nu eenmaal een zwaardere populatie hebben die meer agressie veroorzaakt, hebben slechts twee opties: Óf ze nemen die populatie niet, óf ze zorgen er voor dat ze die populatie op een veilige manier kunnen verplegen. Zo simpel is het. Ook de meest onveilige patiënten kunnen veilig verpleegd worden mits de juiste fysieke omgeving, expertise, voldoende personeel en trainingen aanwezig zijn.
Geen enkele GGZ-instelling mag vrijwaring claimen van haar wettelijke verplichting om het personeel een veilige werkplek te garanderen. De sector behoort te streven naar algemeen maatschappelijk aanvaardbare agressiecijfers, volgens dezelfde normen die in andere sectoren van de maatschappij worden gehanteerd.