Plaatsing, overplaatsing en terugname van een risicovolle patiënt verloopt in het algemeen in goed overleg. Bij oplopende spanning en agressie van een patiënt probeert men in consensus een oplossing te vinden. Er worden verpleegkundige rapportages geraadpleegd en er vindt uitwisseling van informatie plaats tussen verpleegkundigen en behandelaren in de wandelgangen, tijdens vaste overlegmomenten of op een speciale ad hoc vergadering na een ernstig incident.
Verpleegkundigen, leidinggevenden en behandelaren hebben soms strijdige belangen af te wegen: Enerzijds het belang van een veilige werkomgeving en een veilig therapeutisch milieu en anderzijds de bedbezetting op peil houden ten behoeve van de productie.
Indien tussen verpleegkundigen en behandelaren een verschil van inschatting bestaat van het gevaar en de risico's, kan dit een mogelijk scenario zijn dat voor velen herkenbaar is:
Als verpleegkundigen hun teamleider er van hebben kunnen overtuigen dat het niet langer veilig is zal deze de behandelend psychiater of psycholoog proberen te overtuigen. Als deze niet overtuigd is dan kan de teamleider het proberen bij de geneesheer-directeur. Is deze ook niet overtuigd dan blijft alles zoals het is omdat directie vaak terugverwijst naar onderliggend kader en naar behandelend psychiater.
Mocht goed overleg geen resultaat opleveren dan kan de teamleider het overleg uit protest staken maar nooit zelfstandig overplaatsing inzetten. Deze bevoegdheid ligt exclusief bij behandelaren en directie. De volgende dag is het dan weer business as usual.